Ik ben een hond

Ik ben een hond:

Ik ben een hond en dat vindt ik fijn
Ik wil het liefst niets anders zijn
Je doet mij echt geen plezier
Als je me ziet als een knuffeldier

Met de baas op pad, dat vind ik fijn
Maar alleen als hij de baas wilt zijn
Achter een bal aanrennen: dat is mooi
Niet om de bal, het is mijn prooi

Als iemand hard wegloopt bij mij vandaan
Is dat mijn prooi, en moet ik erachter aan
Er wordt gezegd: een agressief beest
Niet dat mijn baas in gebreke is geweest

Liefde heb ik genoeg gekregen
Maar over leiderschap werd steeds gezwegen
Dat is wat ik heb ontbeerd
En wat mij niet is aangeleerd

Zonder leiding van mijn baas ga ik mijn eigen gang
En maak daar door de mensen bang
Wees mijn baas, dat vind ik fijn
Alleen dan kan ik een hond zijn

Ik ben een hond en heel sociaal
Mijn soortgenoten vinden dat allemaal
Echter één kan maar de leider zijn
Mijn baas zou daar geschikt voor zijn

Ik ben een hond en steeds meer mensen schaffen mij aan
Nu wordt ik bedreigd in mijn bestaan
Daarom vraag ik mijn baas: begrijp het even
Wil jij mij leiding geven?
Ik ben een hond die heel oprecht
Voor zijn eigen hachje vecht.