vrijdag, december 27, 2024

Ras geschiedenis

De geschiedenis en afkomst van de Rottweiler in een notedop:

De allereerste afstamming van de rottweiler brengt ons terug naar de oude Romeinen, Kynologen gaan ervan uit dat de rottweiler afstamt van de Romeinse legerhond. Die werd molos genoemd, een woord dat is afgeleid van Molossis, een gebied in het oude Epirus, een landstreek ten noordwesten van Griekenland aan de kust van de Ionische zee. De Romeinen kenden twee typen molossen: de zwaargebouwde vechthond en de slanke, beweeglijke veedrijver.

Toen de vroegere Romeinen lange afstanden aflegde om ten strijde te trekken hadden ze geen gekoelde vrachtwagens of ingeblikt vlees bij zich, dus de voorraad was levend en liep op hoeven. Om deze kudde in bedwang te houden waren er taaie krachtige
honden nodig, die veel weg hadden van de huidige Rottweiler in ieder geval heeft de Rottweiler van vandaag de dag, de vasthoudendheid en moed geërfd. Want moed hadden ze zeker nodig, omdat ze te maken hadden met kudden van vee dat waarschijnlijk niet zo meegaand was als de gemiddelde melkkoe van vandaag.

Soms werden er kleine groepen van deze honden achtergelaten en in het stadje Rottweil wat ligt in Zuid-Duitsland, aan de bovenloop van de Neckar, in de deelstaat Baden-Württemberg. De Romeinen kenden het als Arae Flaviae en hadden er een legerplaats. In de 13e eeuw werd Rottweil een vrije rijksstad. Daarna behoorde het lange tijd bij Zwitserland; sinds 1802 maakt de stad deel uit van Württemberg.

Het plaatsje Rottweil was vanaf de 13e eeuw een centrum van veehandel, waar ook Franse en Hongaarse transporten aankwamen.
De veehandelaren ontdekten snel dat de honden uit Rottweil uitstekende veedrijvers waren. Daarnaast waren het zeer geschikte waakhonden: vaak kregen ze ’s nachts of in de kroeg de geldbuidel van hun baas omgehangen. Bovendien werden ze gebruikt als trekhond, vooral door slagers.

Toen de spoorwegen werden aangelegd en het bij de wet werd verboden om vee over lange afstanden over wegen te drijven, was de Rottweiler zijn baan kwijt. Alleen slagers bleven de hond volop gebruiken als trekdier, wat ertoe leidde dat de Rottweiler in Duitsland alom Metzgerhund ‘slagershond’ werd genoemd. Maar de eigenlijke taak waarin deze honden floreerden was hun
afgenomen. Een tijd lang werden de ‘Metzgerhunde’ (slagershonden) genegeerd, de aantallen slonken, totdat er in het jaar 1905 nog maar 1 teef over was in het plaatsje Rottweil zelf, gelukkig was het ras ook elders bewaard, en kwam er een verbetering in het lot van deze honden en werd in 1899 de eerste rasvereniging opgericht genaamd: De Internationale Club voor Rottweiler en Leonberger

Helaas was deze club geen lang leven beschoren en pas uiteindelijk in het jaar 1907 kreeg het ras uiteindelijk de organisatie die het waard was, hondenliefhebbers uit Heidelberg begonnen aan de ‘wederopbouw’ van het ras. In januari 1907 werd in Heidelberg de ‘Deutscher Rottweiler Klub’ opgericht. Onenigheid over de raspunten leidde al in april 1907 tot oprichting van de concurrerende ‘Süddeutscher Rottweiler Klub’, eveneens in Heidelberg. Tot 1921 vlogen deze clubs elkaar in de haren. Toen fuseerden ze in de ‘Allgemeiner Deutscher Rottweiler Klub’ een vereniging die nog steeds bestaat. Met de oprichting van de Duitse Rottweiler Club in Heidelberg, kwam er een ommekeer in het ras, vanaf toen ging men systematisch fokken. Uiteindelijk in 1910 werd het ras erkend als diensthond, die in staat was om Politie- en legertaken op zich te nemen en vanaf die tijd heeft de Rottweiler alleen nog maar aan belangrijkheid gewonnen.

Echter de geschiedenis gaat verder, het nazi-regime bracht donkere dagen voor de rottweiler. De nazi’s namen de honden in beslag om ze in te zetten als ‘berichtenhond’ aan het oorlogsfront. Haak (1986) maakt echter melding van ‘veel moedige fokkers’ die hun honden lieten onderduiken! Na de oorlog begon het fokken opnieuw. Dit leverde uiteindelijk een intelligente, temperamentvolle Rottweiler op, die tegenwoordig vooral dienst doet als politiehond, waakhond en reddingshond.

Zo heeft de Rottweiler ongeveer uitgezien in het begin van de 19e eeuw.

32

Afbeelding 32 van 35